Onder de indruk van de goede samenwerking

De zorg voor mensen met dementie is de afgelopen jaren veranderd. Waar zij vroeger standaard naar een verpleeghuis gingen, kunnen zij nu ook terecht in particuliere kleinschalige woonvormen. Dit bracht zorgen mee voor huisartsen, omdat zij de medische zorg van deze bewoners overnamen, terwijl deze voorheen bij de specialist ouderengeneeskunde (so) lag. In 2018 stelde de LHV voorwaarden vast voor huisartsenzorg in deze woonvormen, een standpunt dat ook in Zwolle werd overgenomen. Guendolen Lantinga, specialist ouderengeneeskunde, is samen met huisarts Marco Blanker, trekker van de proeftuin. In dat kader gaat zij samen met praktijkverpleegkundige Petra Wiersma naar vier particuliere zorghuizen om de huidige stand van zaken in kaart te brengen. De bevindingen kunnen bijdragen aan de regiotafel in Zwolle, in lijn met het Convenant Medisch Generalistische Zorg (MGZ) uit 2024.

Wekelijkse visite
Guendolen en Petra hebben inmiddels een zorghuis bezocht en inzicht gekregen in de samenwerking tussen huisartsen en so’s in de praktijk. In dit huis is de huisarts de hoofdbehandelaar, terwijl de specialist ouderengeneeskunde als medebehandelaar optreedt. De so is doorgaans één keer per week aanwezig voor visites en is op afroep beschikbaar voor medische vragen. De so richt zich voornamelijk op complexere ouderenzorg en probleemgedrag bij dementie. De huisarts komt op afroep naar het huis. “Sommige bewoners hebben hun eigen huisarts gehouden en dat werkt ook prima.”
De samenwerking tussen beide disciplines wordt ondersteund door een multidisciplinair cliëntendossier en afspraken die via OZO worden gedeeld. Hierdoor blijven alle betrokken zorgverleners goed op de hoogte van de situatie van de bewoners.

Trots op samenwerking
“Wat opviel, waren de positieve ervaringen binnen de instelling,” vertelt Guendolen enthousiast. “Ik was verrast dat maar iets meer dan de helft van de bewoners dementie had. Want er wonen ook ouderen die zich eenzaam voelden in hun thuissituatie en bewust voor deze woonvorm hebben gekozen. Dit creëert een unieke interactie: bewoners die nog goed zelfstandig functioneren, helpen soms medebewoners bij kleine dagelijkse activiteiten. Dit draagt bij aan een prettige woonomgeving.” Het zorghuis is trots op de fijne samenwerking tussen alle disciplines. “Ze hebben afspraken met vaste externe professionals, zoals een ergotherapeut, fysiotherapeut, psycholoog en logopedist. Zo is er een vast behandelteam en hierdoor kan snel en efficiënt de juiste zorg worden ingezet wanneer dat nodig is. Daarnaast is er aandacht voor de Wet zorg en dwang (Wzd) en wordt er op beleidsniveau nagedacht over verdere wensen, zoals het aanbieden van logeerplekken voor ouderen.”

Volgens het boekje
Dit zorghuis heeft alles in kannen en kruiken, aldus Guendolen. “Alle afspraken en randvoorwaarden staan op papier. Zo is het duidelijk wie wat doet en wanneer. Het is een goed voorbeeld voor de regio.” Guendolen neemt de waardevolle inzichten mee naar de volgende gesprekken. “Ik merk wel dat het nog maar het begin is, je zult behalve locatiemanagers ook andere mensen in het veld willen spreken om een compleet beeld te krijgen.” Haar bevindingen en aanbevelingen worden uiteindelijk gedeeld met de regiotafel.

Hier vind je meer informatie over deze proeftuin.